Project
Bestrijding van rimpelroos in natuurgebied Zwanenwater te Callantsoog
Zwanenwater is een divers natuurgebied bestaande uit bloemrijke duinvalleien, duintoppen, heidenvelden, moerassen en de twee grootste natuurlijke duinmeren van West-Europa. Het gebied is internationaal beschermd als officieel Wetlandgebied én Natura 2000-gebied.
Locatie: Natuurgebied Zwanenwater te Callantsoog
Oppervlakte: 600 ha
Begindatum: 5 februari 2020
Einddatum: 15 maart 2021 (in het broedseizoen is niet gewerkt)
Opdrachtgever: Vereniging Natuurmonumenten
Uitgevoerd door: Advies en ingenieursbureau Ecogroen (voorbereiding en uitvoeringsbegeleiding) in samenwerking met Loon- & Aannemingsbedrijf Jan Hes (aannemer)
Contact: Jos Koeslag (Advies en ingenieursbureau Ecogroen), j.koeslag@ecogroen.nl.
Doelstelling
Het doel was het uit het duingebied verwijderen van alle woekerende exoten, waaronder rimpelroos (Rosa rugosa). Hierdoor krijgen de inheemse, beschermde en vaak zeldzame planten meer ruimte om te groeien. Dit project werd uitgevoerd in het kader van Natura 2000-herstelmaatregelen.
Beschrijving methode
Natuurmonumenten heeft in de jaren voorafgaand aan het project locaties met rimpelroos in het gebied geïnventariseerd en op kaart vastgelegd. Hierbij was alleen een inschatting gemaakt van het aantal groeiplaatsen van rimpelroos, niet van de oppervlakten. Daarom is door Ecogroen bij de start van het project een nieuwe inventarisatie uitgevoerd door met meerdere mensen op één lijn door het gebied te lopen. Hierbij werden alle door Natuurmonumenten gemarkeerde locaties bezocht. Op locaties met rimpelroos liep men een rondje om de locatie heen. Zo werd de oppervlakte van de rimpelroos bepaald met behulp van gps-coördinaten. In totaal leverde deze inventarisatie circa 240 rimpelrooslocaties op met een totale oppervlakte van 170 are. Omdat het zo’n uitgestrekt gebied is met veel duinvalleien en duinkoppen, waren niet alle haarden in kaart gebracht tijdens de eerste inventarisatie. Om deze reden is een extra inventarisatie uitgevoerd in de gebieden tussen de haarden die vastgelegd waren bij de eerste inventarisatie. Bij deze tweede inventarisatie werden ongeveer 160 extra locaties geïdentificeerd met een oppervlakte van 240 are aan rimpelroos.
De rimpelrooslocaties zijn vervolgens uitgewerkt op een kaart waarbij de oppervlaktes van haarden in klassen zijn ingedeeld. Bij de kaart is een bestek opgesteld met daarin de eisen en voorwaarden voor de verwijdermethode. Zo moest de rimpelroos minimaal 0,50 m en maximaal 1,00 m diep verwijderd worden. Deze maximale diepte was ingesteld, omdat de werkzaamheden in een aardkundig monument plaatsvonden. De voorgeschreven zeeffractie was 10 mm om er zeker van te zijn dat er geen wortelstokken achterbleven in het terrein. Het vrijkomende zand na het zeven moest achterblijven op locatie. De werkwijze van het zeven werd aan de aannemer (Loon- & Aannemingsbedrijf Jan Hes) overgelaten.
Tijdens de werkzaamheden werden bamboestokken gebruikt om de herkenbaarheid van de rimpelrooslocaties in het terrein te verbeteren. Hierdoor werd onnodig rondrijden met machines op zoek naar rimpelroos voorkomen. Een graafmachine voorzien van een sterrenzeef werd gebruikt voor het scheiden van de rimpelroos van het zand. Het vrijgekomen organische materiaal werd vervolgens afgevoerd met rupsdumpers. Voor het transport werd gebruikgemaakt van één hoofdtransportbaan om schade en verstoringen te minimaliseren. Om er zeker van te zijn dat de rimpelroos (inclusief wortels) voldoende verwijderd was, heeft de aannemer rondom de gemarkeerde locaties een extra meter uitgegraven.
Bovendien is er nazorg uitgevoerd op locaties waar rimpelroos een jaar eerder verwijderd was. Met een app op een tablet kon de toezichthouder van Ecogroen per vak aangeven of deze vrij was van rimpelroos en de haard dus goed verwijderd was. In totaal werden op meer dan 400 locaties rimpelroos verwijderd, variërend van één plantje tot oppervlaktes tot 3.700 m2 per locatie.
Effectiviteit& ervaringen
Om rimpelroos succesvol te bestrijden is het belangrijk dat de gehele plant, inclusief wortelstelsel, voldoende verwijderd wordt. Achterblijvende of losse wortels kunnen immers weer uitlopen. De aannemer is het groeiseizoen na de bestrijding alle locaties langsgegaan waar rimpelroos was verwijderd (nazorg). Hierdoor werd met zekerheid vastgesteld dat op de gemarkeerde locaties alle rimpelroos succesvol is verwijderd.
Operationele kengetallen
Voor de graafwerkzaamheden heeft de aannemer een midi-graafmachine en een grote graafmachine met sterrenzeef ingezet. Verder waren er twee rupsdumpers voor het transport van het vrijgekomen organische materiaal naar een tijdelijk depot. Op dit depot stond een schudzeefinstallatie om wortelresten te scheiden van het zand. Het zand is hierna weer teruggebracht naar het duingebied.