Amerikaanse eik
De Amerikaanse eik komt oorspronkelijk uit het oosten van Noord-Amerika en werd in de 19e eeuw in Europa aangeplant als sierboom. Later is de Amerikaanse eik ook op grote schaal aangeplant in bossen in onder andere Nederland en België als snelgroeiende boomsoort. Echter, met name op zandgronden gedraagt de Amerikaans eik zich invasief en verdrukt de soort meer langzaam groeiende inheemse soorten, zoals inlandse eik en grove den. Hierdoor kan de soort op sommige locaties het gehele bos domineren. De soort verjongt zich eenvoudig en massaal via zaad. Bovendien lopen afgezaagde stobben weer snel en vitaal uit. Dit maakt bestrijding van de Amerikaans eik moeilijk.
Hoe herken ik de Amerikaanse eik?
Amerikaanse eik (Quercus rubra) is een bladverliezende loofboom die tot 35 meter hoog kan worden. Jonge bomen hebben een vrij gladde schors met opvallende horizontale strepen. Oudere bomen hebben een ruwere schors, maar nog steeds minder ruw dan bij inlandse eiken. Zoals bij alle eiken staan ook bij de Amerikaanse eik de takken meestal in kransen. Hierbij vormen zij een brede, koepelvormige kroon. De twijgen zijn roodbruin kaal en wrattig, maar worden bij oudere bomen dof glimmend en grijsachtig. De knoppen zijn kort, spits en donkerrood tot bruinachtig van kleur. Zeer herkenbaar zijn de bladeren: langwerpig met 4 tot 6 spits getande lobben, een korte bladsteel, en tot 20 cm lang. In de herfst verkleuren de bladeren dofrood of roodbruin. De bloemen zijn hangende, geelgroene katjes. Kenmerkend zijn de vruchten van de Amerikaanse eik: donkere, roodbruine, eivormige eikels (circa 1,5-2 cm) met een scherpe punt.
Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten.
Herkomst – Waar komt de Amerikaanse eik vandaan?
Van oorsprong komt de Amerikaanse eik uit het noordoosten en oosten van Noord-Amerika. Het natuurlijke verspreidingsgebied loopt van Nova Scotia en Ontario in Canada in zuidelijke richting naar Alabama en noordelijk Georgia in de VS. Hier geeft de Amerikaanse eik de voorkeur aan droge, zure zandgronden om op te groeien. De soort groeit vooral in gemengde bossen met andere soorten zoals Amerikaanse witte eik, suikeresdoorn, Amerikaanse iep, weymouthden, Amerikaanse tulpenboom en amberboom.
Verspreiding – Waar komt de Amerikaanse eik voor?
In Nederland komt de soort voornamelijk voor in (loof)bossen en bosranden op de hogere zandgronden in het noordoosten, oosten, midden en zuiden van het land. In de binnenduinen is de soort vrij zeldzaam. Aan bodemtype stelt de soort weinig eisen en groeit alleen slecht op kleibodems en andere kalkrijke gronden. Ook qua vochtigheid en voedselrijkheid van de bodem stelt de Amerikaanse eik weinig eisen, zolang deze maar niet te nat, kalkrijk of zeer voedselrijk is.
Een van de kenmerken van de Amerikaanse eik is de snelle verspreiding van de soort dankzij de massale zaadproductie. Hiernaast lopen afgezaagde stobben snel en vitaal weer uit.
Risico’s - Wat zijn de problemen?
Amerikaanse eik heeft een brede en dichte kroon waardoor schaduwvorming ontstaan. Als gevolg hiervan kunnen er bijna geen andere kruidachtige plantensoorten en nauwelijks zaailingen van inheemse boomsoorten groeien onder Amerikaanse eik. Dit zorgt ervoor dat meer langzaam groeiende inheemse soorten als inlandse eik verdrukt worden. Gevolg is dat Amerikaanse eik het gehele bos kan gaan domineren, zowel binnen als buiten de oorspronkelijk opstand. Bovendien produceert de soort slecht afbreekbaar strooisel dat dikke pakketten kan vormen waardoor de vegetatieontwikkeling nog verder verhinderd wordt. Op deze manieren kan de Amerikaanse eik een bedreiging voor de biodiversiteit vormen, met name op de droge arme zandgronden.
De soort biedt echter ook een aantal ecologische voordelen. Zo vormen de eikels een belangrijke voedingsbron voor veel diersoorten. Hiernaast komen veel soorten die gebonden zijn aan inlandse eiken ook voor op de Amerikaanse eik, inclusief een aantal zeldzame soorten (zoals Eikenvuurzwam, doodhoutkevers en Stekelzwam). Oude bomen hebben vaak holtes waar vleermuizen in voorkomen. Volledige bestrijding van Amerikaanse eik is dus niet op alle locaties wenselijk of noodzakelijk. In natuurbossen waar Amerikaanse eik een groot aandeel vormt en zich invasief gedraagt, dient de soort wel bestreden te worden.
Preventie - Hoe voorkom je verdere verspreiding?
Verspreiding vindt voornamelijk plaats via zaden die lang kiemkrachtig blijven (minstens 5 jaar, maar vaak langer). Regelmatige controle met mogelijke bestrijding van zaailingen gedurende enkele jaren is aanbevolen na kapwerkzaamheden. Bij een lage wilddruk kunnen uitlopers van stobben afgestoken worden, of kan de stobbe behandeld worden met glyfosaat. Bovendien is het goed om grote bomen (de zaadbronnen) te verwijderen om de productie van eikels te voorkomen.
Bij nieuwe aanplant van Amerikaanse eik is het advies dit niet te doen in de buurt van gevoelige gebieden waar hij potentieel invasief kan worden.
Beheersing en bestrijding – Welke methoden zijn er?
Wat een geschikte bestrijdingsmethode is, hangt af van de leeftijd van de boom. Oude bomen kunnen worden geringd. Bij het ringen wordt aangeraden om twee of zelfs drie ringen van circa 5 cm diep in te zagen. Belangrijk hierbij is dat de schors en bast tot op het hout zelf verwijderd wordt. Tussen de ringen dient minstens 5 cm te zitten. Op deze manier blijft het bosklimaat in stand.
Jonge, kleine bomen en hakhoutstoven kunnen het beste worden afgezaagd. De stobben zullen weer gaan uitlopen. Deze nieuwe uitlopers kunnen worden afgestoken, dit zal meerdere malen nodig zijn. Op deze manier worden de stobben en het wortelstelsel uitgeput. Dit is echter wel een kwestie van lange adem. Wanneer er een hoge graasdruk in het gebied is het mogelijk dat de grazers de stobbenuitlopers kort houden. Alternatief is om de afgezaagde delen te behandelen met glyfosaat. Uit praktijkonderzoek is gebleken dat 2,5% of zelfs 1% oplossingen van glyfosaat voldoende zijn (in tegenstelling tot de standaard 5%). Het beste moment om te zagen is gedurende het najaar.
Massale kieming van Amerikaanse eik na kapwerkzaamheden is een belangrijk aandachtspunt. Doordat verjonging heel snel een diepe penwortel vormt, is uittrekken van een paar jaar oude planten al snel erg lastig. Bovendien zorgt dit voor grote bodemverstoringen. Regelmatige controle gedurende enkele jaren in combinatie met vroege bestrijding van zaailingen is vereist. De zaailingen kunnen hierbij handmatig verwijderd worden. Bij een hoge graasdruk of sterke beschaduwing blijft de kieming mogelijk beperkt, waardoor bestrijding van de zaailingen niet nodig is.
Voor het bestrijden en beheersen in natuurgebieden, kan gewerkt worden volgens systeemgericht beheer of ‘ecosystem resilience approach’. Deze methode richt zich op het vergroten van de veerkracht van het ecosysteem. Lees hierover meer op de pagina over de ecosysteemaanpak en op de website van LIFE Resilias.
Wet & Regelgeving - Welke regels en protocollen zijn van toepassing?
Waar vind ik meer informatie?
- Beheersingsstrategieën voor Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik en Gewone esdoorn. Alterra Wageningen, 2003 [Rapport]
- Life Resilias. [Website]
- Praktijkadvies - Bestrijding invasieve exotische planten, struiken en bomen. VBNE, januari 2018 [factsheet]
Leadfoto: Botaurus, Wikimedia Commons
Gepubliceerd 23 februari 2022