Watersla (of Mosselplant)
Watersla is een drijvende waterplant afkomstig uit Zuid Amerika die als vijver- of aquariumplant is geïntroduceerd. De planten kunnen zich snel vermeerderen en een dichte vegetatie vormen waardoor inheemse soorten worden verdrongen. In Nederland is de overlast beperkt, de soort kan zich hier niet permanent vestigen vanwege lage temperaturen in de winter. Overlast bestaat hoofdzakelijk uit forse groei in de zomermaanden.
Hoe herken ik Watersla?
Watersla (Pistia stratiotes) of Mosselplant groeit in zonnig tot beschaduwd, stilstaand of zwakstromend, voedselrijk water. De plant komt onder andere voor in meren, in rivierarmen, kanalen, moerassen en stedelijk water en kunnen overleven op modderige plekken. De plant vormt drijvende rozetten, de bladeren zijn bleekgroen, fluweelachtig behaard en waterafstotend. Tussen de haren blijft lucht zitten wat de plant een groot drijfvermogen geeft. De wortels zijn fijn veervormig vertakt. De bloemen zijn onopvallend en zitten verborgen tussen de bladeren. De geelgroene bloeikolf bevat één, flesvormig vruchtbeginsel en een aantal meeldraden en wordt omgeven door een groen schutblad. Zaden worden zelden gevormd, de voortplanting is dan ook voornamelijk vegetatief door vorming van nieuwe rozetten aan lange stolonen. De stolonen breken makkelijk af waardoor wegdrijvende rozetten elders weer nieuwe haarden kunnen vormen.
Watersla lijkt op andere soorten, kijk hier voor de look-a-likes.
Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten.
Herkomst – Waar komt Watersla vandaan?
Het is niet helemaal duidelijk waar Watersla oorspronkelijk vandaan komt, waarschijnlijk Zuid-Amerika.
Verspreiding – Waar komt Watersla voor?
Naast de aanwezigheid in de tropen en subtropen wordt soort ook vermeld voor een groot deel van Europa. In Nederland komt watersla alleen in de zomermaanden verspreid en kortstondig voor, voornamelijk in stedelijke wateren. De soort is niet winterhard en kan zich daardoor niet permanent vestigen. Echter, als de klimaatverandering doorzet volgens de verwachte scenario’s, dan is het niet uitgesloten dat het Nederlandse klimaat op termijn wel geschikt wordt voor permanente vestiging van watersla.
Risico’s - Wat zijn de problemen?
In warmere gebieden van Europa kan Watersla zich invasief gedragen door een zeer snelle vegetatieve vermeerdering. Hierdoor ontstaan zeer dichte vegetaties die het onderliggende water verduisteren en de opname van zuurstof uit de lucht belemmeren. Hierdoor kan zuurstofgebrek ontstaan. Andere plantensoorten worden door de drijvende plantenmassa’s verdrongen of overwoekerd. Vooral in de zomerperiode, wanneer de plantenmassa’s het grootst zijn, kan dit de doorstroming belemmeren en de gemalen verstoppen. Bij hevige regenval kan het water niet of onvoldoende worden afgevoerd waardoor wateroverlast kan ontstaan. Als de vegetatie in het najaar afsterft, komt een grote hoeveelheid nutriënten, zoals stikstof vrij. Dit is in veel Nederlandse wateren geen gewenste verrijking van oppervlaktewater.
In Nederland ontstaat alleen in warme zomers lokaal overlast door populaties met watersla. De effecten op de inheemse flora en fauna zijn vrij lokaal en beperkt.
Preventie - Hoe voorkom je verdere verspreiding?
Preventie is de meest kosteneffectieve aanpak van invasieve exoten. Dat wil zeggen dat zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat er nieuwe haarden ontstaan. Watersla komt vooral voor in particuliere vijvers en aquaria. Particulieren worden opgeroepen om geen overtollige planten of resten van planten weg te gooien in de natuur maar deze af te voeren met het groenafval.
Hoewel de soort in Nederland nog geen of slechts beperkt overlast veroorzaakt, is het belangrijk om waakzaam te zijn en te voorkomen dat de soort zich verder verspreid. In dat kader is het belangrijk waarnemingen door te geven. Waterhyacint gezien? Geef je waarneming dan door via de NOVA-app of Waarneming.nl.
Beheersing en bestrijding – Welke methoden zijn er?
Bestrijding van Watersla is zelden noodzakelijk omdat de planten de winter niet overleven. Mocht bestrijding lokaal toch nodig zijn dan kunnen de drijvende rozetten relatief eenvoudig handmatig of machinaal snel verwijderd worden.
Mechanisch verwijderen wordt in Europa veel gebruikt voor de bestrijding van vrij drijvende planten zoals Watersla. Met behulp van een transportband op een boot of drijvend platform worden de planten uit het water opgehaald en in een opvangbak gestort. Dergelijke machines worden vooral ingezet bij grote dichte haarden. Nalopen op achtergebleven rozetten is aan te raden, deze kunnen gemakkelijk handmatig worden verwijderd.
Biologische bestrijding is de bestrijding van schadelijke organismen door de inzet van een natuurlijke (soms uitheemse) vijand. De biologische bestrijding van Watersla met behulp van de gastheerspecifieke snuitkever, Neohydronomus affinis is zeer succesvol geweest in de circa 20 landen wereldwijd waar het is ingezet sinds de jaren 80. Door de inzet van een natuurlijke vijand is er geen sprake van milieuschade in de bodem of oppervlaktewater als gevolg van gewasbeschermingsmiddelen of residuen daarvan, het leidt niet tot resistentie en de natuurlijke vijand kan zichzelf in stand houden, maar een volledige bestrijding is niet haalbaar. Inzetten van uitheemse natuurlijke vijanden is aan strikte regels gebonden.
Wet & Regelgeving - Welke regels en protocollen zijn van toepassing?
Waar vind ik meer informatie?
- Factsheet Watersla, Pistia stratiotes. NVWA [factsheet]
- Measures and Costs - Pistia stratiotes. Technical note for the European Commission. [pdf]
- Verspreidingsatlas, Watersla. Floron. [website]
- Uitbreiding Europese Unielijst met 22 invasieve exoten. Kennisnetwerk Invasieve Exoten [website]
Leadfoto: Krzysztof Ziarnek, Wikimedia Commons, 2018
Gepubliceerd 19 september 2022